Van respondent naar participant
26-05-2014

Maak van de respondent iemand die participeert
Van respondent naar participant

Respondenten zijn onmisbaar voor onderzoek. Zonder hun input is er geen onderzoek. Maar de benaming ‘respondent’ klinkt afstandelijk, en zo voelen de meeste respondenten zich ook. Het is belangrijk om respondenten betrokken te houden en het belang van hun mening te benadrukken. Kort gezegd: maak van de respondent iemand die participeert. Maar hoe?

Tijdens de bijeenkomst ‘Research door de ogen van de 21e eeuwse participant’ van MOA zochten marktonderzoekers gezamenlijk naar een antwoord op deze vraag. Kwalitatief goede respons is belangrijk, maar hoe zorgen we ervoor dat de participant in de toekomst betrokken en enthousiast blijft deelnemen? Wat maakt het invullen van een vragenlijst nog leuker? Hoe willen deelnemers het liefst benaderd en geïnformeerd worden? En waarom doen ze eigenlijk mee? Door middel van een quiz kwamen enkele interessante feiten over participanten aan bod.

  1. Een beloning voor deelname aan onderzoek is niet de belangrijkste reden om mee te doen, het moet vooral leuk zijn! De ‘fun experience’ staat op nummer één, gevolgd door iets leren, interesse in een bepaald onderwerp hebben en een mening geven. De beloning staat op de vijfde plek.
  2. 33% vindt vragenlijsten te lang. De maximale lengte ligt op een invulduur van 20 minuten, waar bij 15 minuten al een ‘engagement drop’ te zien is. De ideale invulduur van een vragenlijst ligt op maximaal tien minuten.
  3. 33% is bereid om vrienden of familie uit te nodigen om aan onderzoek deel te nemen. Een enthousiaste participant die in zijn omgeving over een onderzoek vertelt, is de beste manier om aan nieuwe participanten te komen. Zeker voor het werven van lastige en specifieke doelgroepen.
  4. Participanten zijn meer geneigd om mee te doen aan een onderzoek waarvan ze weten waarover het gaat en welk merk het betreft dan als ze alleen weten van welk onderzoeksbureau het komt.
  5. Een research community (een online omgeving waar participanten over langere tijd opdrachten doen en hun mening geven) maakt participanten erg enthousiast. Doordat ze langere tijd bezig zijn met een onderwerp of merk, voelen zij zich hiermee sterker verbonden.
  6. Participanten die minder vaak deelnemen aan onderzoeken zijn niet lui of ongeïnteresseerd, maar juist selectief in hun deelname. Ze doen alleen mee als het onderwerp hen interesseert. Ze vinden het leuk hun mening te geven over nieuwe producten, consumentengoederen en nieuwsgerelateerde onderwerpen.
  7. 27% van de participanten is van mening dat een slecht opgezet en uitgevoerd onderzoek een negatieve invloed heeft op het merk waar het onderzoek over gaat. Andere irritaties bij het invullen van vragenlijsten zijn herhaling, te lange vragenlijsten, falende techniek, geen passende antwoordmogelijkheden en onduidelijke/onlogische vragen.
Wat maakt een vragenlijst dan wel aantrekkelijk voor de participant? Met onfeilbare techniek en goed geformuleerde vragen kom je al een heel eind. Benoem waarom het onderzoek belangrijk is en met welke reden het onderzoek wordt uitgevoerd. Wissel af met vraagtechnieken, maar houd de balans tussen ‘normale’ vragen en ‘gamification’ goed. Participanten vinden het fijn om achteraf de mogelijkheid te krijgen op- of aanmerkingen te plaatsen. Ten slotte vinden ze het leuk om achteraf de globale onderzoeksresultaten in te zien, bijvoorbeeld door direct na het onderzoek de eerste resultaten te tonen of een infographic te verspreiden via een nieuwsbrief.

Overall gezien is transparantie de grote gemene deler waarmee marktonderzoekers van respondenten participanten kunnen maken en hen binnen boord kunnen houden. Duidelijke informatie verstrekken over o.a. het doel van het onderzoek, de afzender, de screeningsvragen en de feedback achteraf zorgt ervoor dat participanten niet alleen goed zijn voor dataverzameling, maar ook deel uitmaken van het gehele onderzoeksproces. Geef ze vertrouwen en het gevoel dat ze het verschil kunnen maken, daarmee houd je ze betrokken en enthousiast.